Heidelberger Cathechismus Zondag 51; 8 augustus 2021

Avonddienst Zondag 8 augustus HC Zondag 51
Schriftlezingen: 1. Genesis 4:25-26 2. Mattheus 18:21-35
ZONDAG 51 Vraag 126: Wat is de vijfde bede? Antwoord: Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Dat wil zeggen: wil ons, arme zondaren, al onze zonden en ook de verdorvenheid die ons altijd aankleeft, omwille van het bloed van Christus niet toerekenen, zoals ook wijzelf het als een getuigenis van uw genade in ons bevinden, dat het ons vaste voornemen is onze naaste van harte te vergeven.

*Is deze bede relevant? Het lijkt van niet! Zitten moderne mensen nog met de vraag van Luther: ”Hoe ben ik rechtvaardig voor God? Het lijkt soms wel of de rollen omgedraaid zijn. Dat niet wij verantwoording aan God moeten afleggen, maar Hij aan ons.
Hoe kan het dat er een goede God is, en er zoveel verdriet op deze aarde is?
Niet wij worden voor Gods rechtbank gedaagd, de Heere God wordt voor onze rechtbank gedaagd. Als het over schuld gaat, lijkt het ook wel of we een voorkeur hebben anderen in staat van beschuldiging te stellen.
*Maar deze bede is heel erg relevant!
Er is meer besef van schuld, dan wij denken. Er zijn genoeg mensen, die ergens mee tobben. Psychologen kunnen er van getuigen, dat zij heel wat mensen ontmoeten, die tobben met schuld in hun leven. In psalm 32 kwam David tot de ontdekking dat een bepaalde schuld voor je houden, frustreert. Maar wat een bevrijding was het toen hij zijn schuld beleed.
* Het klinkt misschien vreemd, maar het hebben van een schuldbesef is heilzaam voor de maatschappij. Er is heel hard gewetensvorming nodig! Opdat wij beseffen wat goed en kwaad is. In de kerk gebeurt dat. We lezen we in de morgendienst nogal eens de 10 geboden. Die woorden moesten worden ingeprent. In het boek Richteren lezen we nogal eens: “Een ieder deed wat goed was in eigen ogen”. Het toppunt van ontaarding. De ontkerkelijking heeft er aan bijgedragen dat gewetens niet meer worden gevormd. Maar als dat gebeurt blijft er uiteindelijk geen samenleving meer over. We zijn overgeleverd aan de grootste mond of de hardste vuist. Het snelste vuurwapen. Maar God houdt ons zijn norm voor. In de tien geboden. En de Heere Jezus doet daar geen tittel of jota van af. In de bergrede actualiseert Hij die.
En waar het gebod van God is, en naast ons leven word gelegd, daar ontstaat schuldbesef.
* De Heere Jezus leert ons in ieder geval bidden: vergeef ons onze schulden. Dat is hoge wijsheid. Wijsheid uit de hemel.
* Onze schuld is heel groot. In de klassieke liturgie van de kerk hoor je wel bidden: “Onze schuld, onze grote schuld, onze zeer grote schuld”. En de catechismus zegt: “al onze zonden en ook de verdorvenheid die ons altijd aankleeft”. Overdreven? Niet als we luisteren naar de gelijkenis, die de Heere Jezus Christus vertelt. Daarin gaat het over een man, die een gigantische schuld heeft. “tienduizend talenten”. Dat is niet af te lossen.
*De schuld wordt ook niet zomaar van tafel geveegd.
Dat blijkt wel. Deze man moet worden verkocht, zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden.
* Maar er komt een wendepunt.
Het moment waarop de dienaar neerknielt en zegt: “Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen”. Hij ziet in dat hij schuld heeft. Hij ontkent het niet. En hij vraagt om geduld.
Het Griekse grondwoord “geduld” betekent heel letterlijk: traag tot toorn. Iemand die deze eigenschap heeft kan dus veel dulden zonder boos te worden.
* Eigenlijk is het een heel vernederende ervaring om op je knieën terecht komen. En te smeken om erbarmen. Deze man is echt de verliezer. En het is nooit leuk om de verliezer te zijn. Maar in het perspectief van het christelijk geloof kun je je missers toegeven. En is het verlies van de schuldbelijdenis nu net winst.
Kunnen we dat? Toegeven waarin we verkeerd gesproken hebben? Woorden gebruikt hebben, die de ander gewond hebben? Kunnen we het, naar de Heere God toe?
* We zien wat deze schuldbelijdenis doet in de Heer van deze dienaar.
Hij is innerlijk met ontferming bewogen, hij laat hem gaan en scheldt hem de schuld kwijt.
De Here Jezus vertelt over zijn Vader. Hij gaat streng om, met mensen die een schuld hebben. Dat zeker! Maar als mensen Hem vragen om ontferming, dan schenkt Hij vergeving.
* Hoe vaak moet je nu om vergeving bidden?
“Een keer”, zeggen sommige christenen, “namelijk op ’t moment dat je tot geloof komt. We worden toch door het geloof tot kinderen van God aan genomen?”. Dat is op zich waar!
Maar kinderen van God zijn niet altijd even gehoorzaam! We hebben elke keer weer genoeg om te belijden. Zeker ook over de dingen, die we hebben nagelaten.
De Heere Jezus leert de discipelen bidden op hun verzoek. Net zo goed als we elke dag weer bidden om ons dagelijks brood, bidden we elke dag om vergeving.
*Wie beseft, dat hij van vergeving leeft, kan ook een ander vergeven. De bede is: vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
Je zou kunnen denken dat de vergeving van de Heere God afhankelijk gemaakt wordt van ons vergeven. Maar dat is niet zo. Het is net andersom: omdat wij van vergeving leven, kunnen wij ook de ander vergeven. Levend uit de vergeving, wordt je een vergevend mens.
Maar de man in de gelijkenis was niet bereid, die ander ook maar iets te vergeven.
Hij was hem een klein bedrag schuldig. Hij pakt deze man beet en grijpt hem bij de keel. En ook deze man laat zich voor hem neervallen en smeekt hem: “Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen”. ’t Zijn dezelfde woorden, die hij zelf eerder heeft gebruikt. Maar deze man, die ooit zelf zo’n grote schuld had, kent geen erbarmen.
* Mooi is het, hoe de catechismus onder woorden brengt hoe vergeven worden en zelf vergeven met elkaar samenhangen. “wijzelf bevinden het als een getuigenis van uw genade in ons, dat het ons vaste voornemen is onze naaste van harte te vergeven”.
* Petrus meende zelf heel ruimhartig over de brug te komen. Hij was wel bereid tot 7 x toe te vergeven. Maar de Heere Jezus zegt: Niet zevenmaal, maar 70 x 7 maal. Dat is niet 490 keer. De Heere Jezus bedoelt natuurlijk: je moet telkens weer tot vergeven bereid zijn.
* Het luistert nogal nauw. Want als de ene dienaar zijn mededienaar niet vergeeft, maar in de gevangenis werpt, wordt dat door andere mededienaren gerapporteerd aan hun Heer.
Die neemt dat zeer kwalijk. Hij geeft hem aan de pijnigers over, totdat hij alles wat hij hem schuldig is, betaald zal hebben. Dat kan hij natuurlijk nooit!
En de Heere Jezus laat daar op volgen: “Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft”.
Een heel belangrijk thema. Denk aan Mattheus 6 ”Als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven. Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven”.
* Naar mijn besef vindt vergeven altijd in een relatie plaats.
|In de gelijkenis gebeurt vergeven in een relatie. Er is een ontmoeting. Tussen die Heer, en zijn dienaar. Er wordt gesproken met elkaar. Er wordt om geduld en vergeving gevraagd. Zo’n relatie hoort erbij. Je kunt niet vergeven namens anderen, die er niet meer zijn.
* Maar moet je wel vergeven, als een ander geen vergeving vraagt? Ik ben geneigd op die vraag “nee” te zeggen. En toch: als Jezus over 70 x 7 maal vergeven spreekt, staat dat in contrast met de wraak die Lamech uitbazuint. 70 x 7 keer. Hij is de man die de wraak propagandeert. Maar Jezus keert zich daartegen door over vergeving te spreken.
Het waar, dat, als  mensen je onrecht hebben aangedaan, dat je dat heel erg hoog zit. Wrok heet dat. Die wrok kan je opnieuw beschadigen. Het wordt eelt op je ziel.
Kun je dan, zonder dat een ander om vergeving vraagt, toch vergeven? Ik denk dat dat heel moeilijk is. Dat het ook niet van ons gevraagd wordt. Maar wat wel kan is de oprechte bede dat de Heere God je van je wrok geneest. En: dat je zelfs je vijanden liefhebt. Maat dat kunnen we nooit uit onszelf. Dat kunnen we alleen in de kracht van Gods genade!

 

 

 

Plaats een reactie