Heidelberger Cathechismus Zondag 21a; 10-7-2022

Zondag 10-7-2022 Schriftlezingen: 1 Koningen 19:9-18 en 1 Korinthe 1:1-9
HC Zondag 21a Vraag en antwoord 54: Wat gelooft u over de heilige, algemene, christelijke kerk? Antwoord: Dat de Zoon van God van het begin van de wereld tot aan het einde zich uit het gehele menselijke geslacht een gemeente, die tot het eeuwige leven is uitverkoren, door zijn Geest en Woord in de eenheid van het ware geloof vergadert, beschermt en instand houdt, en dat ik hiervan een levend lid ben en eeuwig zal blijven.

*In de gemeente te Korinthe is veel van de Heilige Geest. Paulus zegt al in het begin: “Het ontbreekt u aan geen genadegave” vers 7. En er is vrucht van de Geest. Maar er zijn ook allerlei spanningen zijn in de gemeente. Daar gaat Paulus met scherpte op in. Toch is ze er als gemeente. Paulus is daar ontzettend dankbaar voor. (1:4) .
1.De Heere Jezus Christus Zelf heeft er voor gezorgd, dat er een kerk is ontstaan. Maar het gaat uiteindelijk niet om het gebouw, maar om de gemeenschap, die in dat gebouw bijeenkomt. Ooit was er een tempel. Paulus schrijft: “Weet u niet dat u Gods tempel bent”: en dan doelt hij op de gemeente!
”Christus vergadert”. Zo is het ook in Korinthe gebeurd. De schapen die geen herder hadden, die maar wat verloren rondliepen, doelloos, zijn door de Heere Jezus bijeengebracht in een gemeente.
Ze zijn “geroepen”. Als het ware uit hun slaap. Ze liepen eerst klakkeloos mee in de verdorvenheid van het heidendom, op weg naar de ondergang, de eeuwige ondergang. En toen klonk de stem van de goede herder, die hen bijeenbracht in een kudde. “Geroepen heiligen”.
’t Woord “kerk” (wat van de Heere is) komt overigens niet in de Bijbel voor. In de Bijbel zelf wordt het woord “Ekklesia” gebruikt. Dat komt van een Grieks werkwoord, dat betekent: “roepen uit!”. Dat woord wordt hier met “gemeente” vertaald.
Korinthe was een havenstad. Er was handel. Er was vertier. ’t Was ook een religieus centrum. Je had daar de cultus van de godin Aphrodite, godin van onder meer de vruchtbaarheid met een immorele cultus. Welnu, de mensen van Korinthe, dus ook de mannen hoorden de prediking van Paulus. Die prediking had kracht. Er gloeide een heilig vuur in. De verandering voltrok zich “door Woord en geest”. U begrijpt, dat ze daarna alleen maar in verwondering konden leven. Te midden van 300.000 inwoners, waren zij zo bevoorrecht geweest het evangelie gehoord te hebben.
Ze zijn als het ware apart genomen. “Geheiligden in Christus Jezus”. ”Geroepen heiligen” Ze wisten zich om een bijzondere manier uitverkozen. “Uitverkoren”.
Dat mag telkens ook onze verwondering zijn! U bent misschien wel de enige uit uw omgeving, die naar de kerk gaat. En dan zeg je: wat een bijzondere zegen is mij ten deel gevallen: dat ik toch tot de gemeente van de Heere Jezus Christus mag behoren! Daar heb ik niet voor gekozen! Hij heeft mij uitgekozen! En dan kun je van harte beamen wat in de H.C. staat, dat uit het gehele menselijke geslacht een gemeente wordt uitverkoren door Zijn Woord en Geest. Het woord verkiezing heeft voor vele een wat negatieve klank gekregen. Sommigen leven altijd in angst niet uitverkoren te zijn. Maar Paulus zou ons heel verbaasd aankijken en zeggen: “Maar je behoort toch tot de christelijke gemeente! Daar heb je toch niet zelf voor gekozen. Je bent  als gedoopt. Je hebt de verkondiging gehoord. Woord en Geest werken samen. Je mag, door Gods verkiezing tot de gemeente behoren!

2. De Heere Jezus bewaart de kerk
Er is, tot op de dag van vandaag een christelijke gemeente in Korinthe.
Gemeenten kunnen wel klein worden. Zelfs wegsterven. Maar de kerk op aarde zal er zijn. Dat is de belofte van de Heere Jezus Christus: “de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen”.
Christenen in Europa laten zich vooral bang maken door statistieken. Bijna elke week lees je er wel dat het percentage christenen afneemt. De suggestie daarachter is dat een meerderheid gelijk zou hebben. Dat is niet zo! Er zijn voorbeelden te over te geven, dat een meerderheid zich vergistte. Een meerderheid kan zich zelf voor eeuwig vergissen! Wij worden niet opgeroepen in de statistieken te geloven maar in de levende Heere Jezus Christus! En altijd werkt hij verrassend. ’t Gebeurt, ook in Nederland, ook in de grote steden, dat gemeenten die bijna weg waren, toch weer op leven.
In 1 Koningen 19 lezen we dat Elia, met een forse burn-out, wil sterven. De reden: “Ik ben maar alleen overgebleven”. Maar uiteindelijk blijkt dat er nog 7000 zijn overgebleven die de knie voor baal niet hebben gebogen. Ze zijn niet opgevallen. Spraken niet als Elia. Maar ze zijn er wel!

Wij worden opgeroepen er vertrouwen in te hebben dat Jezus Christus trouw Zijn kerk bewaart.

Die vergadert, beschermt en onderhoudt! We hebben de roeping daarin te geloven, en telkens ook te zoeken naar wegen het christelijk geloof met anderen te delen!

3. De Kerk is wereldwijd
De brief aan de gemeente te Korinthe, wordt door veel meer christenen gelezen. Paulus groet ook “allen die de naam van onze Heere Jezus Christus aan roepen, in elke plaats, zo wel hun als onze Heere”. Zo hebben ook wij een gedeelte eruit gelezen!
Er is ook een ‘Enigheid des waren geloofs”. Er zijn wel verschillende kerken en geloofsgemeen-schappen! Toch is er een eenheid, die boven de gebrokenheid uitgaat. En die gaan we steeds meer ontdekken.  Paulus noemt een viertal dingen, die we gemeenschappelijk hebben.
(a) De genade boodschap. Vanwege de genade die ons gegeven is in Jezus Christus word ik gered. Met die woorden vat Paulus heel het evangelie samen.
(b) Het ontvangen van genadegaven. “Het ontbreekt u aan geen genadegave”. Twee gaven worden genoemd: “Spreken” en “kennis”. In elke gemeenschap wordt gepreekt, en wordt er kennis overgedragen. En juist zo komen er ook steeds meer gaven voor de dag!
(c) De openbaring verwachten. Een kerk richt zich naar de toekomst. ’t Gaat om Jezus Christus die zal wederkomen op de wolken van de hemel. Een levende gemeente bidt ook, roept het uit: “Maranatha”, kom Heere Jezus, kom haastig. En dan zal de hele kerk zichtbaar worden.
(d) Levensheiliging: onberispelijk zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus. Als je in het geloof in Jezus Christus leeft, dan zul je ook vernieuwd worden. In je woorden in je daden, in de denken.
(e) De gemeenschap met Zijn Zoon. Een eerbiedig verkeren, zijn bij Jezus Christus. Zo’n zin kun je eigenlijk niet uitleggen, alleen maar aanvoelen. Het besef van Christus’ aanwezigheid. Overal.
Men neemt de concentratie op die naam weleens kwalijk. Soms zegt men wel over de verkondiging: “Waarom moet telkens Christus’ verkondigd worden. Hebben wij niet veel meer aan praktische raadgevingen hoe we ons leven moeten inrichten?”. Die tegenstelling zie ik niet. Waar Jezus Christus wordt verkondigd, wordt het heel praktisch.

4. De Kerk bestaat uit personen
In de Korinthebrief schrijft Paulus: “God zal u ook bevestigen tot het einde toe”. God is getrouw!
De Heere God die het geloof begonnen is, zal er ook voor zorgen dat het in hen blijft. Zondag 21 van de H.C. neemt dat over: “Ik ben een levend lidmaat, en zal dat eeuwig blijven”. Dat is een heel persoonlijke belijdenis! Deze belijdenis neemt ons als het ware bij de hand en zegt: spreek je vertrouwen in de Heere God maar uit!
* Ziet u trouwens wat er gebeurt! Zo wel in 1 Korinthe 1 als in Zondag 21 wordt van het grote geheel van de gemeente naar de afzonderlijke mens gegaan. Alsof ze beide willen zeggen: “Begin in je belijden nu maar eens met het grote geheel van de gemeente”. En kijk daarna naar Jezelf”.
Dat is een goede geestelijke raad, als we ons afvragen: “is het wel voor mij? Behoor ik er wel bij?”.
Let er dan eens op, hoe het en in Paulus brief, en in deze zondag gaat. Er wordt eerst gelet op het grote geheel: de kerk, de gemeente. En pas daarna op de lidmaten van de gemeente.
Wij hebben de neiging bij onszelf te beginnen. Laten we eerst letten op het grote geheel. De gemeente waar wij deel van mogen zijn. Voordat wij nog van iets wisten, werden we er binnen gedragen voor de doop. Het teken en zegel van Gods verbond. In die gemeenschap heb ik het Woord van God gehoord. De boodschap van Jezus Christus, de genade boodschap. Dat mag ik tot mijn grote verwondering allemaal zien. En dan pas kom ik in het vizier! Met geweldige beloften!
* Natuurlijk komt dan ook de vraag: Hoe reageer ik op die boodschap? Ben ik wel een levend lidmaat? Leef ik vanuit het verkondigde evangelie? Geef ik gehoor aan het appel dat vanuit deze zondag tot ons klinkt. Hoe sta ik binnen die gemeente? Lauw of afstandelijk? We worden tot een andere houding geroepen! Opbouwend. In mijn gebed voor de gemeente. Als ik taken op me neem. We zijn, als het goed is, levende – geen koude of harde- stenen in het gebouw dat naar Gods bestek verrijst. Er zal altijd kaf onder het koren zijn. ’t Zal nu minder zijn dan vroeger. Je legt er geen eer meer mee in om tot een gemeente te behoren. Maar iemand zei: Ook een bloeiend korenveld levert bij de oogst kaf. Paulus vermaant in zijn brieven ernstig: “Wie de geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe” Rom.9. Daarom: “beproef u zelf, of gij in het geloof zijt!”.2 Korinthe 13:5.

Plaats een reactie