Avonddienst Zondag 25 juli HC Zondag 49
Schriftlezingen: Mattheus 14: 32-42 Handelingen 21:1-14
ZONDAG 49 Vraag 124: Wat is de derde bede? Antwoord: Uw wil geschiede op de aarde zoals in de hemel. Dat wil zeggen: geef dat wij en alle mensen onze eigen wil prijsgeven en uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzamen; opdat aldus ieder zijn opdracht en roeping even gewillig en getrouw mag vervullen als de engelen in de hemel
1. Soms kunnen we heel goed weten wat de wil van God is
*We hebben de 10 geboden. Die geboden moeten staan in het licht van het persoonlijk geloof, waarin wij voortdurend de Heere Jezus Christus voor ogen houden. En we volgen de 10 regels als uitdrukking van de liefde die wij tot God hebben en tot de naaste.
*De wil van God doen, dat is onlosmakelijk verbonden met het gebed. Waar je om vragen kunt, dat is in lijn met de wil van God. Maar waar je niet om vragen kunt, dat gaat tegen zijn wil in.
Als de Heilige Geest ons tijdens ons gebed doet aarzelen om iets van de Heere God te vragen, dat moeten we dan niet bidden, en ook niet doen.
* Het begint dus met de vernieuwing van onze gezindheid. (Romeinen 12:2). “Onze Geest”, staat er letterlijk. Maar ’t gaat om ons binnenste, dat voor God openstaat. Ons hart.
We hebben soms een besluit al genomen voordat we ook maar een gebed om Gods wil te kennen hebben uitgesproken. Laten we ernst maken met het woord van Paulus, die op een gegeven ogenblik zegt: “En beproef wat de Heere welbehaaglijk is”. Zoek het uit, zegt hij. Ga er niet te gemakkelijk, op voorhand van uit, dat wat je doen wilt ook naar Gods bedoeling is.
*De wil van de Heere God komt niet als een “briefje uit de hemel” maar wij moeten die wil beproeven, ontdekken, uitproberen, in alle fijn gevoeligheid.
Is je aansluiten bij de meerderheid Gods wil? Dat moet je je serieus afvragen!
*Soms hebben we het gesprek nodig met andere christenen, om er achter te komen wat de wil van God is. Die je wijzen op een bijbelwoord. Of een bijbelse geschiedenis, waarmee je je in een moeilijke situatie kunt vergelijken.
2. Maar soms is het ook heel moeilijk om erachter te komen
Dat leren we wel uit het boek Handelingen. Paulus is van plan om naar Jeruzalem te gaan. Maar er zijn mensen, die zich met Paulus plan bemoeien en hem ten sterkste afraadden om daar naar toe te gaan. Eerst gemeenteleden in Tyrus. Vervolgens Agabus in Ceasarea.
Nu zouden we ons daar makkelijk van af kunnen maken en zeggen: nu ja, ze hebben zich vergist. Maar zo gemakkelijk zijn we van hen niet af.
Want die gemeenteleden in Tyrus spraken door de Geest. En Agabus, een profeet, zei zelfs tegen Paulus: “Dit zegt de Heilige Geest”.
Hebben ze er de heilige Geest nu bijgehaald, om hun eigen mening kracht bij te zetten?
Nee, zo is het niet. Wat ze voorspelden, is ook gebeurd. Het was ook echt van de Heilige Geest. Paulus werd later inderdaad als gevangene naar Rome gevoerd.
Maar de conclusie die ze trekken, klopte niet.
Want Paulus trekt die conclusie niet. Ongetwijfeld heeft hij teruggedacht aan zijn roeping.
Ananias had in naam van God tegen hem gezegd, dat hij veel zou moeten lijden voor Gods naam”.
Dat weet Paulus. Dat wil hij ook niet ontlopen. In vers 13 geeft Paulus aan, dat hij er niet licht over denkt. “Ik ben bereid, niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven in Jeruzalem voor de Naam van Jezus Christus”.
En dat maakt indruk in Ceasarea. Niet langer proberen ze hem te overtuigen. Ze doen er het zwijgen toe. En de conclusie is: “Laat de wil van de Heere geschieden”.
3. Het gaan in Gods weg kan dus lijden voor ons meebrengen
Zo gebeurt het ook met Paulus. Hij is waarschijnlijk als maartelaar gestorven.
In de tweede wereldoorlog, waren er christenen waren die niet wilden buigen onder de terreur van het Derde rijk. Het heeft velen van hen het leven gekost.
- In de Heere Jezus Christus is dit gebed in de diepste zin van het woord waar geworden
We hebben gelezen over zijn gebedsworsteling in Gethsemane. Hij weet dat Zijn weg naar het kruis zal gaan. Het besef daarvan vervult hem met zware stress, Hij werd bedroefd en zeer angstig. Tot drie keer toe heeft hij gebeden: “Mijn Vader, laat deze drinkbeker aan Mij voorbij gaan”. Maar telkens besloot Hij zijn bede met de woorden: “Niet zoals Ik wil, maar zoals u wilt”.
En uiteindelijk smolten zijn wil en de wil van zijn Vader volkomen samen. Hij ging de weg naar het kruis. Hijzelf heeft dus helemaal aan deze bede voldaan.
En het is vanuit Hem, en door de Geest die Hij uitzendt, dat iets van deze gehoorzaamheid ook in ons leven gebeurt. En kan gebeuren!5. Niet iedereen zal martelaar moeten worden
Als ik dat zou zeggen, zou ik verder gaan dan de Bijbel.
Maar de gedachte dringt zich wel aan mij op, dat de wil van God volgen, lang niet altijd de makkelijkste weg is! De wil van God volgen heeft soms consequenties, die wij helemaal niet willen.
In ieder geval gaat die tegen onze eigen wil in.
Paulus vroeg na zijn bekering: “Wat wilt gij, dat ik doen zal.
Vaak hebben wij een gevecht met onze eigen onwil. Wees maar eerlijk: wij doen liever onze eigen zin en wil. Welnu, dan bidden we in dit gebed om onze eigen doorgaande bekering, om onze eigen wedergeboorte. “Je bidt hier om de hamer en de spijkers voor de kruisiging van je eigen wil”. Kunt u begrijpen dat Augustinus eens bad, in zijn belijdenissen: “Geef wat gij beveelt”.
De Catechismus heeft het over “zonder enig tegenspreken”! Daarin horen we iets van de strijd, die het christelijk leven kenmerkt.6. Het betekent wel: niet klakkeloos met iedereen mee gaan
1 Petrus 4, vers 2 “om nu, in de tijd die ons nog overblijft in het vlees, niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God te leven”.
De wil van God doen alles te maken heeft met “roeping”. Ik heb de roepstem van de Heere Jezus gehoord. En ga achter Hem aan.
De catechismus noemt ook met nadruk ons beroep. Het werk wat we doen is een roeping! Een christen werkt dus niet alleen voor de centen. Hij dient op zijn of haar plaats de Heere God.
Als je dat beseft, ga je dus wel op een positieve manier naar je werk toe!
Ook het alle-eenvoudigste werk is: een beroep.
Het ambt wordt ook genoemd. We kunnen denken aan de ambten in de kerk. Predikant zijn, ouderling zijn, diaken zijn. Een hoge verantwoordelijkheid. Het is een hoge roeping om over mensenzielen bewogen te zijn. Dat dus niet al zuchtend doen. Maar met een opgeruimd gemoed. Ook als er dingen zijn die teleurstellen. Maar soms zijn er ineens ook weer van die mooie momenten, waarbij je in verwondering afvraagt: “Wie ben ik dat ik dit doen mag”.
Als je iemand in de gemeente benadert voor een bepaalde functie, voel ik me altijd wat bezwaard.
En toch: zou het Gods wil kunnen zijn, dat je beschikbaar bent?7. Al luisterend naar wat God wil gaan we zelfs op de engelen lijken
Engelen zijn gedienstige geesten. Zij doen wat God wil. Gewillig. En trouw. En met blijdschap.
Achter hun taak ligt de roepstem van God. Zij zijn fulltime ambtsdragers.
Zo mogen wij ons ook ten dienste stellen. En soms wordt je, net als zij boodschappers van het goede. Het evangelie dat we hebben gehoord mogen we uitdragen, in woord en daad.
In psalm 103 worden hemel en aarde heel dicht bij elkaar gehouden. Vergel. Vs. 20 en vs. 1
“Loof de Heere, u zijn engelen, sterke helden, die Zijn Woord uitvoeren, gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt. Loof de Heere, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige naam!”.8. Er is een geweldige belofte verbonden met ’t doen van Gods wil
1 Johannes 2 vers 17 “En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid”. Nee, dat verdienen we niet. Maar levend uit het evangelie der verzoening mogen we Gods wil doen.