Het was een paar weken geleden in de Hofgarten in Bayreuth, bij het Neues Schloss. We wandelden door de prachtige tuin achter het kasteel. Op een rank gietijzeren bruggetje stond ik even over het water te kijken, terwijl mijn vrouw al wat verder liep. Er kwam een man het bruggetje op met zijn racefiets aan de hand. Günther heette hij. Zo’n ontmoeting met iemand die je nooit eerder gezien hebt en die je ook nooit meer zult tegenkomen. Grüssgott… Er ontwikkelde zich een gesprek. Hij was 72 jaar, vertelde hij. Je zag het niet aan hem. Toerist hier, vindt u het mooi? Ik vertelde hoe we genoten van het park en de bloemen, hoe alles rust en vrede ademde. Ja, hij genoot er zelf ook erg van. Hij had altijd in Bayreuth gewoond, vlak bij de kasteeltuin. Voor zijn werk had hij over de hele wereld gezworven en dus veel te weinig genoten van al die mooie dingen. Hij leidde een internationaal bedrijf. Geld als water. Alleen had het hem wel zijn huwelijk gekost. En vervolgens zijn tweede huwelijk. Altijd onderweg; altijd aan het werk. Hij had veel te weinig aandacht besteed aan zijn vrouw en kinderen. Zijn twee kinderen zag hij niet meer: ze waren gebeten op hem. Het deed hem ongelofelijk veel pijn. Vooral van zijn dochter en haar twee zoons. Wat zou hij ervoor over hebben, als dat allemaal anders was…! Mijn eerste vrouw zit ertussen, zei hij. Ze stookte alles tegen hem op. Nu was hij bezig aan een nieuwe relatie. Ze was 27. Heb je wel in de gaten wat voor een oude man ik ben? had hij gevraagd. Ze zei dat het haar niet kon schelen. Ze hield van hem. Dat was het enige dat telde. Kijk, dit is ze, zei hij, terwijl hij haar foto op de mobiel liet zien. Meneer, zei hij, geld maakt niet gelukkig; ik geef er niks meer om. Hij maakte aanstalten om verder te gaan. Ik weet eigenlijk niet waarom ik dit allemaal aan u vertel. Ik weet het ook niet, zei ik, maar ik wens u Gods zegen op uw pad. Ik zag hem een beetje ontregeld kijken. Gods zegen? Iemand die niet tegen je zegt: wat ben jij waardeloos bezig, maar die zegt: ik wens je Gods zegen…?
Ik hoop dat hij er die avond niet meer van losgekomen is. Wat zou dat eigenlijk zijn: Gods zegen?
Ds. L. Wüllschleger